DANE
RUDHYAR
1895-1995
-
deel 2 (van 10) - RUDHYAR & HET ASTROLOGISCHE PAD, door Joyce
Hoen
Op 6 Augustus 1988 opende ik
in de vroege ochtend een boek van Rudhyar: "Astrological
Insights into the Spiritual Life", las er één zin uit en
begreep, bij de gratie van God, opeens de hele inhoud van zijn werk.
In één luttele seconde
begreep ik al zijn boeken, die ik nog nooit had gelezen en ook pas
jaren later stuk voor stuk zou doorlezen. Begrijpen blijkt op dit
vlak dan ook iets anders te zijn dan rationeel zin voor zin
ontleden, toepassen in de praktijk van je eigen leven en tot een
conclusie komen. Begrip van het werk van Rudhyar, zoals het mij
overkwam, letterlijk "overkwam" en overspoelde, was een
spirituele ervaring op zich. Het begrip leidde echter tegelijkertijd
tot een diep inzicht in de astrologie zelf - een inzicht dat mij
voor die tijd geheel en al ontbrak.
Ik heb mensen wel eens horen
zeggen, dat Rudhyar één van de weinigen was, die de astrologie
werkelijk begreep. Ik ben het daar, nu op dit moment van mijn eigen
ontwikkeling, helaas mee eens. Ik ben goed getraind in de
West-Europese astrologie (Engeland, Duitsland en Nederland) met hier
en daar een tikje occulte bijvoeding, maar ging tot voor 1988
volledig op in de Nederlandse mentaliteit, die zich over het
algemeen beperkte tot een rationele beoefening van de astrologie.
Sinds Jeff Jawer's
verschijning in 1988 - op het congres van "Astro-Kring" in
Scheveningen op 13 Februari - is er wat dat betreft gelukkig wat
veranderd, omdat Astrodrama - door hem geïnitieerd - een grote
vlucht heeft genomen, niet alleen in Nederland overigens. Astrodrama
stoelt voor een groot deel op de oorspronkelijke inzichten van
Rudhyar, al is dit vermoedelijk niet erg duidelijk voor de
gemiddelde Nederlandse astrologie-beoefenaar. Astrodrama probeert
een integratie aan te brengen tussen rationele en levende
werkelijkheid, tussen verstand en werkelijk leven. Aan die graad van
werkelijkheid ontbrak er tot 1988 wat in astrologieland.
Veel astrologen houden bij
het plannen van hun activiteiten geen enkele rekening met de
astrologische cycli, alleen met de dagelijkse kalender, die in de
loop van de geschiedenis steeds verder verwijderd raakte van haar
kosmische oorsprong: de verbinding tussen de Aarde en de
hemellichamen. Daaruit blijkt al de graad van onwerkelijkheid, de
graad van dode abstractie liever gezegd, die de astrologie voor deze
astrologen vertegenwoordigt. In Nederland viert het onderzoek naar
de astrologie nog steeds hoogtij: het onderzoek dat zich eigenlijk,
als we eerlijk zijn, bezighoudt met de vraag of astrologie nu wel of
niet kan, of astrologie nu wel of geen werkelijkheidswaarde heeft.
De inzichten van Rudhyar gaan volkomen voorbij aan deze
hypothetische problematiek, omdat deze inzichten de astrologie juist
toepassen op de werkelijkheid van het leven en daardoor het leven
zelf inzichtelijker, bewuster en begrijpbaar wordt. Ons innerlijk
leven in de eerste plaats overigens.
Het is de astrologie van
Rudhyar die de basis heeft gevormd voor de moderne astrologie, zoals
die in Amerika in de afgelopen decennia ontwikkeld is en zoals die
ook bij ons in Europa aan het binnenwaaien is. Alle grote
Amerikaanse astrologen, die ook de Nederlandse astrologie beïnvloed
hebben door hun werk, zijn gevormd uit het zaad dat Rudhyar heeft
gezaaid en vandaar ook dat het inzicht in cyclische patronen,
maanfasen en symboliek in het algemeen, beter en levendiger begrepen
wordt door deze cultuur dan door de onze, die in het verleden
volkomen verstoken is gebleven van het gedachtegoed van Rudhyar.
Astrologen die in
West-Europa de astrologie toegankelijk maakten, na de theosofische
impulsen begin deze eeuw, deden dit voornamelijk op de fundamenten
van het werk van Jung of Assagioli en zijn daardoor eerder als
astrologische psychologie te beschouwen (Hamaker, Greene, Huber) in
plaats van psychologische astrologie. Er was een tijd voor 1988
waarin ik dacht dat ik wist wat holisme was en dat ik dacht dat ik
wist wat cycli waren, maar in werkelijkheid waren dit slechts
rationele concepten, theorieën op een verstandelijk vlak en maakten
ze geen enkel deel uit van mijn leven of van mijn begrip over wat
het leven nu eigenlijk inhoudt. In die dagen - in een lang vervlogen
geschiedenis voor mijn gevoel - was mijn mentale begrip van de
wereld keurig verdeeld in alle verschillende hokjes (en dit lijkt
wel wat op de beroemde Nederlandse "hokjesgeest").
Astrologie was een
gereedschap dat mijn ideeën zelfs nog netter in hokjes opdeelde.
Alles was keurig geordend en elke horoscoop was een prachtig plaatje
van een enkel individu, zonder enige relatie tot, laten we zeggen,
een individu die aan de andere kant van de wereld leefde. Om dit te
verduidelijken roep ik de meteorologie te hulp: in de tijden voor
1988 was het voor mij waar, dat er op elk moment een planeet in een
bepaald teken kon staan met bepaalde aspecten en dat dit weliswaar
op zo'n moment wel waar was voor de hele wereld, maar we konden toch
duidelijk waarnemen, dat als het hier in Nederland plensde van de
regen, dat het in andere delen van de wereld niet regende. Dit
bewees dat astrologische aspecten niet collectief geldig waren, maar
altijd alleen in relatie tot een individuele horoscoop.
Het duurde tot ik Rudhyar
begreep, dat ik opeens kon zien dat het in feite wel degelijk
mogelijk is dat het over de hele wereld tegelijk regende, alleen
moest ik voor zo'n begrip mijn ideeën over wat "regen"
was een beetje uitbreiden en de oppositie van "regen", te
weten: "niet-regen", meenemen als een gelijktijdig
onderdeel van het geheel: van "regen/niet-regen". Dus 1988
was een "her-polarisatie" (een term van Rudhyar die
afkomstig is uit zijn sublieme interpretatie van de Sabian symbolen)
en dit woord deed me begrijpen wat er in feite in 1988 voor ons
allemaal, bewust of onbewust, aan het gebeuren was. Een woord en
inzicht ontstond in een heel astrologisch patroon, in dit geval het
patroon van Uranus conjunct Saturnus. In het begin was er het Woord,
nietwaar?
Vlak na 6 Augustus was het 8
Augustus en 8.8.'88 was een heel bijzondere dag: 100 jaar na de
publicatie van "De Geheime Leer" van Blavatsky. In het
Oosten (Japan en China) werden er op die dag collectief miljoenen
huwelijken gesloten, omdat er in die landen nog een vaag besef was
van de specifieke betekenis van zo'n datum; een besef dat in
Nederland als lachwekkend werd afgedaan in de pers.
In wezen was deze datum een
moment waarop de Hemel met de Aarde huwde en aan de binnenkant van
ons bewustzijn hebben ook miljoenen westerlingen dit ervaren, maar
niemand praatte er over, omdat iedereen dacht dat het een heel
individuele ervaring was. De vorm waarin het ervaren werd was
individueel en kon voor sommigen zelfs een sterven betekenen: een
letterlijk weerzien tussen Aarde en Hemel, maar voor de meeste
betekende deze tijd een enorme inspiratie, een "neerdalen van
geestelijke kracht".
In ieder geval was het zo,
dat Rudhyar's begrip van de astrologie op dat moment mijn geest
binnendaalde. En zonder zijn hulp zou ik zeker net zo min iets
begrepen hebben van wat er zich in die dagen voor de planeet Aarde
voltrok. Het werd me duidelijk, dat Rudhyar's doel niet alleen de
herformulering van de astrologie was, zoals die zich in Amerika
heeft voltrokken, maar een nog veel dieper doel diende: het werd me
duidelijk dat het belang van Rudhyar's werk voornamelijk daar ligt,
waar niemand het aan de buitenkant verwacht, namelijk het dienen van
die astrologen die zonder hulp en zonder "guru" een
illuminatie-proces ondergaan zoals dit in het Oosten al eeuwenlang
plaatsvindt onder duidelijke instructie van een guru.
Guru's zijn iets van het
Oosten en voor ons in deze tijden niet erg van toepassing. Toch
hebben mensen hulp nodig als ze in een werkelijk transformatieproces
terechtkomen, een proces waar niemand in je omgeving iets van
begrijpt en jij zelf niet meer op dezelfde manier aan je omgeving
relateert.
Als je dan toevallig een
astroloog bent en getraind in de symboliek van de astrologie, dan is
dat je Pad naar de illuminatie geweest en dan wordt het tijd Rudhyar
te gaan lezen. Het geschreven werk van Rudhyar is in feite bedoeld
als een onpersoonlijke (of transpersoonlijke) instructie voor hen
die het Pad gaan langs de weg van de astrologische symboliek. Een
pad waar illuminatie en waanzin soms nauwelijks van elkaar te
onderscheiden zijn. En in het verschaffen van deze sublieme hulp,
die slechts door een enkeling gegeven kan worden en ook slechts
weinigen nodig schijnen te hebben, ligt nu de ware betekenis van
Rudhyar's werk.
Ik geloof niet, dat een
leven meer waarde kan hebben dan dit Bodhisattva ideaal beschrijft.
Rudhyar zal daardoor
tegelijkertijd nooit geheel door astrologen begrepen worden voordat
deze astrologen het punt, vanwaar er geen weg terug is, bereikt
hebben in hun geest en opeens hulp nodig hebben, waar ze nooit
verwacht hadden dit nog eens nodig te zullen hebben. Het feit dat
slechts een enkeling bij de kroning van zijn bestaan op Aarde
daadwerkelijk van Rudhyar's inzichten kan profiteren, zou inhouden
dat het daarom eigenlijk ook niet nodig is om Rudhyar's werk verder
te publiceren - een 100-tal boeken zijn dan wellicht voldoende.
Om er echter voor te zorgen,
dat de her en der verspreide enkelingen ook daadwerkelijk van de
hulp worden voorzien die ze nodig hebben, heeft de kosmos toegestaan
dat de inzichten van Rudhyar tegelijkertijd ook de inspirerende
motor achter een nieuwe astrologie werd, zodat niet alleen een
enkeling maar ook de meerderheid kan profiteren van het Licht, dat
in oorsprong uit één bron komt en afdaalt naar steeds grotere en
wijdere kringen van bewustzijn, totdat het nog slechts flauwtjes
weerspiegelt in de grootste cirkel van het alledaagse bestaan.
Het Pad van de astrologie is
een heilig pad. Dit besef is grotendeels verloren gegaan in een
wereld waar statistiek en fysieke waarneming de cultuur bepalen. De
Uranus/Neptunus-conjunctie van 1993 zal deze materiele dictatuur
veranderen in precies het tegenovergestelde, omdat de cyclus van de
materiele dictatuur tot een hoogtepunt is gekomen en van daaruit
vanzelf omdraait. De astrologie zal langzaam maar zeker zijn
rechtmatige erfenis weer gaan opeisen en deze erfenis is spiritueel.
Deze heeft niets te maken
met astrologische commerciële hulpverleningspraktijken of
zelfhulpboeken voor psychologisch inzicht in wat slechts onze
conditioneringspatronen zijn. De astrologische erfenis is bedoeld om
een pad te bewandelen dat juist voorbij die conditionering gaat en
het Zelf en de kosmische relatie ontdekt en realiseert en Rudhyar is
de grote figuur geweest, die zich dit aan het einde van de vorige
cyclus realiseerde en de wereld zijn inzicht in cycli gaf en een
nieuw referentiekader voor de astrologie, in het volle bewustzijn
dat de jaren 1988 - 1993 het keerpunt zouden vormen waaruit een
nieuwe astrologie zou opstaan.
Elke wederopstanding komt
voort uit het zaad, de extractie van de vorige cyclus en voor wat de
astrologie betreft, was Rudhyar degene die de kosmische bedoeling
begreep en dit zaad rijkelijk verdeelde over de Westerse wereld met
inbegrip van veel Oosterse wijsheid.
De Uranus/Neptunus
conjunctie van 1993 is een symbool voor een transfysiek huwelijk:
een huwelijk tussen het hogere weten in ons (Uranus) en het hogere intuïtieve
aanvoelen in ons (Neptunus) en zo'n samengaan van de bovenste lagen
van onze hersenhelften zal veel illuminatie (met als schaduwzijde
waanzin) teweegbrengen in deze jaren. Als dit een belletje doet
rinkelen, weet dan dat Rudhyar zijn astrologisch materiaal vanuit
een bewustzijn heeft geschreven waar Neptunus en Uranus continu met
elkaar verbonden waren, terwijl tegelijkertijd Saturnus op een vlak
functioneerde, waar deze planeet de verbinding tussen Uranus en
Neptunus begrijpelijk voor ons kon maken.
Zo kon Rudhyar de
astrologische grondprincipes transformeren naar een nieuwe
betekenis, zoals die nog nooit eerder in de (geschreven)
geschiedenis heeft bestaan!
Joyce Hoen -
Email: chta@astrologie.ws
URL www.astrologie.ws